Rudi was Baatjes zus en de moeder van ons B-nest en I-nest. Zij was een niet al te grote teef met een overvloedige vacht. Rennen, coursen en stropen waren haar lust en haar leven. Vandaar dat Rudi vanaf haar vierde levensjaar buiten niet meer van de riem mocht want ze kwam niet eerder terug voordat ze een prooi te pakken had. Ze haalde de woede van menige wandelaar over zich en ons heen als zij weer eens iemand omveer liep. Zij was ruim 12 jaar oud waneer ze weer eens jacht op een van de katten van de buurvrouw maakte en haar ook te pakken had. Het jonge katertje had zich verrekend. Hij dacht natuurlijk dat "Onze Ouwe" niet meer zo snel was. Mooi mis!! Gelukkig was er niet veel gebeurd en de buurvrouw merkte alleen maar op dat onze honden ook niet bij haar in de tuin kwamen en haar katten dus maar beter uit moesten kijken als ze bij ons in de tuin kwamen. Op een dag kwam Rudi van buiten en struikelde de woonkamer in. Onmiddellijk merkten wij dat er iets niet klopte. Zij keek wazig uit haar ogen, haar benen waren helemaal stijf en hoe zeer zij het ook probeerde, het lukte haar niet meer om uit eigen kracht op de bank te klimmen. Toen wij bij de dierenarts arriveerden raakte zij al in een coma. Het viel niet mee om haar te verliezen zonder enige kans om goed afscheid te kunnen nemen. Onze dierenarts bekeek nog eens haar dossier en zei alleen maar: enting, enting, enting, gebit schoonmaken, enting.....ze heeft en goed en gezond leven gehad! En dat was zeker waar.