Interview
Het onderstaande interview dateert van 2002 en is afgenomen door Ron Moerkerken en door hem geplaatst op de website www.zindehsjahsafghanen.com.
Met zijn toestemming hebben wij het interview en de foto's overgenomen voor plaatsing op onze eigen website. Waarvoor onze dank.
Margit en Frank Langenberg, 22 jaar houden zij zich nu bezig met hun hobby Afghaanse Windhonden. In het begin lang nog niet zo intensief als nu. Hun eerste nest werd gefokt met een teef die geen superieure kwaliteiten had, maar zich heel mooi bewoog. Nu 15 jaar na het eerste nest blijven de successen niet uit. Op zowel binnen- als buitenlandse tentoonstellingen is de Fatinat Al Sjark kennel succesvol. Ik zocht hen op op het eiland Goeree Overflakkee. Tijdens een leuk gesprek hadden we een goed gezicht op een mooie gelijke groep Afghanen. Wat voor een fokker misschien wel het grootste succes is wat je kunt bereiken.
Margit: Met 12 jaar in Keulen op de renbaan 'Beller Maar'. Ik ben in Keulen geboren en getogen. Ik was in de weekenden altijd bij mijn oma. Vlakbij mijn oma was een heel groot park en daar was ook de renbaan. Daar gingen we heel vaak wandelen en daar zag ik voor het eerst een Afghaan. Op de renbaan keek ik ook bewust naar Afghanen en daarna ben ik bijvoorbeeld plaatjes gaan verzamelen. Als ik een Afghaan op een plaatje of foto zag, dacht ik och wat mooi. Ik vond Afghanen zo mooi dat ik dacht: alleen rijke mensen kunnen zo'n hond hebben. Thuis ben ik opgegroeid met herdershonden. Mijn eerste hondje was een ruwharige teckel. De gelijkenis met een Afghaan is dat die ook een eigenwijs karakter hebben. Mijn ontmoeting met Afghanen was ook eerder dan die van Frank. Frank: Mijn eerste ontmoeting met Afghanen was toen ik er een voor Margit heb gekocht. Zij was helemaal idolaat van Afghanen.
Nee, de eerste had geen stamboom en was ook niet raszuiver, maar dat wisten wij. In die tijd stond er iedere week in Keulen in de krant voor DM 280,- raszuivere Afghaanse Windhondenpups te koop. Mijn oma, die zelf ook honden heeft gefokt, zei altijd dat je voor dat geld geen fatsoenlijke hond kon kopen. Toen kwam Frank een advertentie tegen: 'Felix, ik zoek een goed tehuis'. Maar toen we daar op afgingen, was Felix van de trap gevallen en had zijn pootje gebroken. Toen heb ik bij dezelfde vrouw een teefje gekocht. De eerste twee weken wilde ze helemaal niet lopen, totdat ik op een avond de riem los heb gedaan, weg was ze. Drie uur later vonden we haar weer.
Margaux hebben we gekocht via een advertentie. Zij kwam uit de kennel van Mariejan Dekkers. Zij had het karakter zoals in de standaard omschreven staat. Wat was zij arrogant.
Wij wilden een hondje erbij hebben. We gingen naar een ander huis met een grote tuin en vonden dat er wel een hondje bij kon komen. We gingen naar een tentoonstelling en de eerste fokker die we daar spraken, vonden we niet echt aardig. Hij mocht gelijk de ring weer verlaten en toen dacht ik: 'Wat jij kan, kan ik ook. We gaan het zelf proberen'. Het was de bedoeling om één nest te fokken en niet om een kennel op te zetten. We hebben drie van de zes puppies zelf aangehouden. Later is er een van de puppies naar mijn zus gegaan. Voor het eerste nest had ik een keus gemaakt tussen Bahadur en Iftar Indra van het Martinihaim. Ik ben de stambomen gaan bestuderen en zag toen dat achter Iftar Amerikaans bloed zat via Nightwatch Vail Summit. Dat durfde ik niet, want ik wist dat ik perse Van de Oranje Manege type wilde. Ik ben n.l. geïnteresseerd in stambomen en zag dat achter de afstamming van Eta Pauptit veel beleid zat. Margaux voerde een kwart ander bloed. Dat is de reden dat ik toen voor Bahadur heb gekozen.
In het begin moest het voor ons Van de Oranje Manege zijn of voornamelijk Van de Oranje Manege. Nu durven we wat meer rechts of links te kijken. Gangwerk vinden we heel belangrijk. Vroeger zag je bij veel meer honden een goed gangwerk. Als ik keurmeester zou zijn, gelukkig ben ik dat niet, zou ik al op gangwerk een voorselectie doen. Gangwerk zegt al heel veel over de bouw van de hond. Ons fokdoel is hetzelfde gebleven maar wij kijken er op een andere manier tegenaan dan in het begin. Dit is het gevolg van vele lange gesprekken met Eta, Puck, Lila, etc..
Op de windhonden CAC in 1996 zei Eta iets wat sindsdien heel belangrijk voor ons is. 'Er zijn vandaag heel wat Afghanen van OM afstamming, maar dat zegt nog lang niet dat ze ook van OM-type zijn'. Toch was zij niet negatief over de honden. Wij spitten nu dus ook vaak in stambomen van Afghanen uit b.v. oude Scandinavische fokkerijen. Een outcross meer dan 50% weg van de OM gaat hier denk ik niet gebeuren. Trouwens geldt dit ook voor onze Shih-Tzu fokkerij. OM boven alles maar met respect en openheid naar andere afstammingen toe.
Margaux had een hoofd wat in mijn ogen beter gekund had en dus hebben we in het begin op heel typische hoofden gelet, totdat Eta op een dag zei: 'Met een hoofd kan een hond niet lopen'. Met andere woorden:'Wat heb je aan een mooi hoofd, als de hond niet fatsoenlijk kan lopen'.
Wat me aansprak, was dat ik de stamboom al eerder gezien had dan de hond. Een aantal reuen in zijn stamboom hebben pas op latere leeftijd gedekt, zodat het eigenlijk een hele ouderwetse stamboom heel dichtbij was. Koem van de Oranje Manege stond nog op zijn stamboom. Dit soort dingen vinden we heel interessant. Ook een broer van Zaid von Katwiga stond er nog op. Toen ik de reu zag vond ik hem schitterend, maar hij was niet zo sterk in de beweging en dat vererfde hij soms ook, daarom moest je daarna goed opletten wat je deed. Met dochters uit nesten met Dink hebben we vijf nesten gefokt, waarbij we sterk hebben gelet op het gangwerk van de reu. Dink was een typische, ouderwetse grote reu. Een heel lief karakter. We wilden eerst Rhotang von Katwiga nemen, maar toen we hoorden dat Dink maar kort in Nederland zou blijven, hebben we hem genomen. Onze verwachting was ouderwetse honden fokken, hetgeen ook uitgekomen is. Maar geen van allen was erg showy en het gangwerk van achter liet te wensen over. Trouwens niet alleen bij ons.
Iets later. Ze heeft zich altijd via Puck Vlieghuis geïnformeerd. Toen ik later met Cojaan, een kleinkind van Dink, ging showen, hebben we haar een foto van hem gestuurd zonder verdere informatie over hem. Toen ze later een keer in Duitsland keurde, heb ik Cojaan bij haar uitgebracht. Zij zag toen gelijk dat het een afstamming van haarzelf was en maakte hem beste reu. Daarna hebben we contact gehouden. Ik zou zelfs een reu van haar krijgen, maar dat ging op het laatste moment niet door, omdat hij een tanggebit kreeg.
Ja, zij heeft enkele jaren geleden, samen met een andere Van de Oranje Manege fokker uit Amerika, Zadai von Katwiga geïmporteerd. Vorig jaar is een teefje van ons naar Ginnie Koscinky in Californië gegaan en de plannen zijn, dat ze samen een nest met haar fokken. Nashti Varwa Fatinat Al Sjark (genoemd Fiana) is de enige dochter van Naranj Oranje Zatar en Hamidé Arwen Fatinat Al Sjark. In februari 2002 stond zij met maar 16 maanden maar liefst op plaats 4 in de Top Twenty van de 'American Sighthound Association'. Als wij willen mogen wij later een pup van haar hebben.
Eigenlijk een beetje de samenwerking. De mogelijkheden van de Van de Oranje Manege fokkers daar is een beetje beperkt. Wij hebben Oranje Fair Dinkum in bijna alle nesten zitten, daar willen hun weer graag wat van terug. Het is bijna onzinnig voor hun om voor een dekking naar Europa te komen. Het nest met Kushan Oranje Taruna fokken we ook eigenlijk voor Lila, met de afspraak dat we daar zelf een hond uit houden.
Nee, jammer genoeg niet, maar we krijgen wel heel veel fotomateriaal van haar toegestuurd.
Jazeker bestaat deze club nog. Tot een paar jaar geleden werd het tijdschrift uitgegeven door Lila, maar het wordt haar allemaal een beetje te veel en buiten dat vindt ze zelf dat ze overal een beetje te ver af zit. Het hoort eigenlijk meer in Nederland, Duitsland of België. Op dit moment is Mieke Engelbos bezig voor de nieuwe Oranje Manege newsletter, die zo rond de wereldshow zal verschijnen. Er zijn ongeveer 60 leden. Vroeger moest je aangedragen worden door de leden die je in het begin noemde. Activiteiten onderling zijn er niet. Het is meer een vereniging van fokkers die hetzelfde doel hebben, maar er zijn ook leden die nooit gefokt hebben. Lila heeft ons uitgenodigd om lid te worden. Het gaat erom de kontacten onderling warm te houden en er voor te zorgen dat Eta's werk blijft bestaan. Dit jaar werd de "v.d.O.M. Reunion 2002" gehouden (grotendeels door Mieke Engelenbosch georganiseerd). Vier dagen in het teken van de Oranje Manege shows, meetings, diners en lezingen. V.d. O.M.- leden uit heel de wereld , te mooi om waar te zijn.
Het nest is niet bij ons thuis geboren. De teef zat bij andere mensen. Het nest zagen we voor het eerst na enkele dagen en later na 6 weken. We waren gelijk helemaal weg van het nest. Cojaan had een zacht karakter, nog steeds overigens.
We zagen veel van Dink (Oranje Fair Dinkum) in hem terug. We zijn nog steeds helemaal weg van zijn hoofd. Hij heeft altijd veel vacht gehad. Hij was met 3 jaar Nederlands kampioen.
In Duitsland heeft het wat langer geduurd. Het is een hond met een mooie diepe borst, veel pigment. We vinden dat Cojaan geen overdrijvingen heeft.
De nesten waren qua type heel mooi. Ze hadden alleen in hadden alleen in beweging wat beter kunnen zijn. De honden zijn niet in tentoonstellinghanden gekomen.
Ze moeten parmantig, eigenwijs, trots en een clown zijn. Een reu moet een clown zijn. Trouw, een Afghaan is wel anders trouw als een ander ras. Trots in de beweging. Als wij een Afghaan op afstand zien en ze zijn sound, goed in beweging, trots en lenig, kunnen we daar stil van worden. Teven zijn meestal wat onafhankelijker. Temperament is ook heel belangrijk, maar niet overdreven.
Frank: Nee, beslist niet.
Margit: Nee, want ik zou weinig accepteren en mij heel vaak aan de exposanten ergeren. Mijn opvoeding van huis uit was tamelijk streng. Al heel jong moest ik leren om mij aan de regels te houden en te luisteren naar respectpersonen. Er is een geldige standaard in Europa, maar die is volgens de meeste fokkers wel erg flexibel. Trouwens bij alle rassen is dit een ergernis. Voorbeelden: lange hals, maar hoe lang; grote voeten, maar hoe groot; rijke vacht, maar hoe rijk etc.. Geknipte en geeffileerde vachten vooral aan de hals en staart is niet echt diervriendelijk. Afgeknipte sinusharen, daar moet wat van gezegd worden. Het soms zo brutale voorbrengen van onze zogenoemde 'beste vriend'. Ik zou mijn mondje niet kunnen houden. Vandaar wil ik geen keurmeester worden. Want confrontaties zouden niet uitblijven. Maar ook het feit dat steeds meer exposanten maar niet het oordeel van de keurmeester willen aannemen en zich verbaal laten gaan, heeft voor mij niets, maar dan ook helemaal niets met een hobby te maken.
Margit: Toen ik mijn eerste Afghaan kreeg had mijn vader een week daarvoor een Shih Tzu gekocht. Die Shih Tzu is bij mijn ouders gebleven. Later kwam ik een keer bij Puck en Gerrit voor een dekking en ik wist dat zij ook Shih Tzu's hadden en bij hun kwam ik erachter dat de Shih Tzu die ik heel vaak had zien winnen in Nederland uit een reu van hun gefokt was. Verder terug bij Eta Pauptit. Ik vind een Shih Tzu is een kleine Afghaan, maar dan moet hij wel uit de juiste afstamming komen.
Dat hebben we wel gedaan, maar daar hebben we weinig tijd meer voor. Tegenwoordig hebben we altijd wel een jonge hond en dat zijn gangmakers, dus die houden de oudere honden wel in beweging. We zijn wel kort geleden begonnen met een coursingdemonstratie met honden die nog jong zijn, maar voorlopig niet meer naar de show gaan. Het zou pas een probleem worden als we alleen maar oudere honden zouden hebben.
Ja, dat vinden we heel belangrijk. Volgens ons is er niets zo lelijk als een hond die niet kan werken. Een hond kan nog zo'n mooie vacht hebben en nog zo parmantig door de ring gaan, maar je ziet gelijk als er geen instinctgedrevenheid in zit. Cojaan hebben wij pas met 3 ½ jaar voor het eerst op de renbaan gebracht, omdat hij altijd al zo druk in de ring was. Maar we hebben altijd gezegd: 'Er word niet met een hond gefokt, als hij niet kan rennen. We zijn overigens ook met rennen begonnen en toen pas naar de show gegaan.
Eéns per week wassen en föhnen en helemaal nakijken.Gewoon ééns per week wassen en niet alleen omdat je showvachten hebt, maar ook omdat de honden vaak in huis zijn. Omdat ik ze iedere week was, zorg ik er wel voor dat ik wat vet teruggeef aan de vacht door ze af en toe in het vet te zetten.
Kijken we niet zo naar. Maar bij ons in de afstamming is het kleurenpalet niet zo groot. Het is van lichtrood naar donkerrood. Van schaduwmasker naar hoog zwart masker en soms een black & tan erbij. Verder zijn er geen kleuren. Dat heeft alles te maken met de afstamming.
Dat klopt. We hebben 3 nesten met Banyana gefokt, waarvan we geen één hond voldoende vonden. We hebben drie verschillende reuen gebruikt, dus we denken dat de teef gewoon geen verervingskracht had, ondanks dat ze goed in elkaar zat. Uit het nest met Oranje Fair Dinkum kregen we een heleboel dingen die we goed vonden, maar ook enkele dingen die we minder goed vonden. Iemand heeft eens tegen ons gezegd: 'Je moet niet alleen naar de kinderen kijken, maar later naar de kleinkinderen. Een goede fokker haalt dan het goede er weer uit'. Toen zagen we dat we niet het goede kregen uit die drie nesten. Doordat we het plan hebben met dochters van Cojaan te gaan fokken, gaat het A-nest weer terug komen.
Duncan, Oranje Fair Dinkum en Dabur hebben we allemaal gekozen toen ze zo rond de 9 maanden oud waren, dus toen konden we nog niet weten dat ze kampioen zouden worden. Achteraf is het natuurlijk wel leuk dat ze allemaal kampioen geworden zijn. Toen bijvoorbeeld Dabur 9 maanden was zeiden we al tegen Birgit Krah: 'We weten nog niet voor welke teef, maar hem willen we gebruiken'. Bahadur was al kampioen. De fokster van Margaux el Iraja had Bahadur al twee keer gebruikt en we vonden wat daaruit is gekomen heel mooi, daarvoor hebben wij Bahadur ook gebruikt. Nausikaa's Laran hebben we vergeleken met zijn broer Landishu. Wij vonden Laran iets mooier, omdat hij wat compacter was. Rasti, voor wie wij Laran wilde gebruiken, maar vooral wat achter haar zat had voor ons wat compacter mogen zijn. Maar onze Bunny (Banyana Fatinat Al Sjark) had het gewoon niet in zich.
Binnen de kennel zijn dat: Fushun, zoon van Rasti Rasna van het Martinihaim en Nausikaa's Laran, die jammer genoeg naar Portugal is gegaan. Verder Cojaan. Bij de teven Banyana om haar karakter, zij had een karakter net zoals Oranje Fair Dinkum. De reuen kiezen we zowel op exterieur als karakter. Aniruddha sprak me gewoon aan. Buiten de kennel Oranje Fair Dinkum, omdat je de oude afstamming nog zo goed kon zien en om het karakter. Bahadur Ar Qadir Thasi was voor ons een hele klassieke hond. De eerste keer dat we hem zagen, vonden we hem wel wat klein, maar alles klopte. Hij was heel quadratisch. Verder niet te vergeten: Hedon el Kharaman, Iftar Indra van het Martinihaim en Nausikaa's Laran. Bij de teven Chirin von Katwiga en Endji el Chakcharan. Bibi en Joy el Kharaman vonden we ook zulke mooie honden.
Het nest van Yaboon en Taruna (Kushan Oranje Taruna) fokken we voor Lila. Dat wil overigens niet zeggen dat we er niet achterstaan, want we hebben zelf een dochter van Yaboon, Scherkahn's Tanyalou, uit Zweden. Het nest met Jewel (Popovs Sundance Kid) en Laitin Apsa Fatinat Al Sjark is een herhaling. We hebben de kinderen, o.a. Mineah Thalassa en Milouka Voyva, op zien groeien en die vinden we heel mooi. Normaal herhalen we niet zo gauw iets, maar dit willen we wel graag nog een keer proberen.
Eigenlijk hetzelfde als met de volwassen honden. We letten erop of ze sound zijn en verder halen we alvast de betere pups ertussen uit om een keus te kunnen maken. Verder uren kijken en kijken. Letten op de expressie, gebit, oren. Staarten is minder belangrijk, maar we houden niet van lange rechte staarten, dus er moet op zijn minst een boog in zitten. Verder grote voeten en een lage hak, borstdiepte en een lange nek. Proberen te letten op het gangwerk als ze met elkaar spelen.
2 Sloughi, 6 Shih-Tzu, 7 Afghanen. 2 Afghanen gaan van de zomer naar Californië en Engeland verhuizen. Dan zijn het 13 honden. Onze limiet was 12 met 3 rassen
De Sloughi reu en de Afghanen in het aangebouwde hondenhuis, op het uitlaatterrein of overdekte zandkennel. Cojaan is vaak in de woonkamer samen met de Shih-Tzu en de Sloughi teef. Iedere avond komen Afhanen in de woonkamer, maar Laitin, Pippi en Minnie stellen dit meestal niet op prijs, zijn altijd bang om achter iets te missen.
De Sloughi reu kan allen met de Sloughi teef overweg
Wandelen buiten de kennel, soms aan de fiets
Dank je wel Margit en Frank voor dit gesprek.